Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ5066

Datum uitspraak2009-08-06
Datum gepubliceerd2009-08-12
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200904503/2/R1
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 12 mei 2009, kenmerk 09018958/92/15, heeft het college van gedeputeerde staten van Zeeland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Goes (hierna: de raad) bij besluit van 18 september 2008 vastgestelde bestemmingsplan "Goese Schans".


Uitspraak

200904503/2/R1. Datum uitspraak: 6 augustus 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer: de vereniging Vereniging van bewoners van het Goese Meer, gevestigd te Goes, verzoekster, en het college van gedeputeerde staten van Zeeland, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 12 mei 2009, kenmerk 09018958/92/15, heeft het college van gedeputeerde staten van Zeeland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Goes (hierna: de raad) bij besluit van 18 september 2008 vastgestelde bestemmingsplan "Goese Schans". Tegen dit besluit heeft onder meer de vereniging Vereniging van bewoners van het Goese Meer (hierna: de vereniging) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 juni 2009, beroep ingesteld. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 juli 2009, heeft de vereniging de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 juli 2009, waar de vereniging, vertegenwoordigd door J.J.L.M. Kemps, G.K. Henni en H.J.H.L. Souër, en het college, vertegenwoordigd door mr. J.R.F. de Keijzer, ambtenaar in dienst van de provincie, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting de raad, vertegenwoordigd door mr. J.M. van Koeveringe-Dekker, advocaat te Middelburg, en ing. H.B. Veerman, L. van Swaluw en mr. M. Koole, ambtenaren in dienst van de gemeente, en [belanghebbende], vertegenwoordigd door mr. J.A.M. van der Velden, advocaat te Breda, als partij gehoord. 2. Overwegingen 2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2. Het plan voorziet in een transformatie van het havenindustrieterrein te Goes naar hoofdzakelijk woongebied. Bij het bestreden besluit heeft het college het plan grotendeels goedgekeurd. 2.3. De vereniging heeft verzocht een voorlopige voorziening te treffen om het afgraven van de aarden wal in het gebied Goese Diep en het daarmee gepaard gaande verlies aan natuurwaarden te voorkomen. De voorzitter begrijpt het verzoek van de vereniging aldus, dat de vereniging een schorsing wenst van het bestreden besluit, voor zover daarbij goedkeuring is verleend aan het plandeel met de bestemming "Wonen II" wat betreft het gebied Goese Diep, ter voorkoming dat de aarden wal en de aldaar aanwezige groenvoorzieningen verloren gaan. 2.4. Niet in geschil is dat de aarden wal in het gebied Goese Diep onder het huidige planologische regime is aangewezen voor "Openbaar groen". In het voorliggende plan is hieraan de bestemming "Wonen II" toegekend. Het college heeft bij het bestreden besluit een groter gewicht toegekend aan het belang bij woningbouw dan aan het behoud van de groenvoorzieningen ter plaatse. De voorzitter ziet voorshands geen aanknopingspunten voor de verwachting dat in de bodemprocedure zal worden geoordeeld dat het college de belangen op zodanig onevenwichtige wijze heeft afgewogen, dat dit tot een vernietiging van het bestreden besluit op dit punt zou moeten leiden. Tevens overweegt de voorzitter dat er een kapvergunning is verleend voor het kappen van bomen op de aarden wal en dat hieraan reeds uitvoering is gegeven. De voorzitter acht de resterende waarden ter plaatse, gelet op de ter zitting overgelegde foto's, niet van dien aard dat op die grond een voorlopige voorziening getroffen zou moeten worden. Ten aanzien van de aarden wal overweegt de voorzitter dat deze wal op zich opnieuw kan worden opgeworpen, zodat het afgraven van die wal als zodanig niet leidt tot onomkeerbare gevolgen. 2.5. Gelet op het vorenstaande bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen. 2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: wijst het verzoek af. Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S.H. Nienhuis, ambtenaar van Staat. w.g. Bartel w.g. Nienhuis voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 6 augustus 2009 466.